Als onderdeel van Compassion Focused Therapy (CFT) ontwikkelde Paul Gilbert (2009) een evolutionair model waarin hij drie emotieregulatie-systemen beschrijft. Deze systemen zijn alle drie nodig om te kunnen overleven. Hoe zijn ze te koppelen aan eco-emoties en zijn ze bevorderend voor duurzaam gedrag?
Bron: Paul Gilbert (2009)
Gevaar-systeem
Dit systeem is gericht op het signaleren van dreiging en het zoeken van veiligheid en bescherming. De dreiging kan hierbij uit de omgeving komen, of van binnenuit. Het gaat gepaard met gevoelens van woede, paniek, angst, walging of zelfkritiek. Je sympathische zenuwstelsel wordt actief en maakt de hormonen adrenaline en cortisol aan. Het lijf maakt zich klaar om te vechten, te vluchten, te bevriezen of te onderwerpen. Je hartslag versnelt, je ademhaling stijgt, je spieren spannen zich, je wordt alert: je aandacht versmalt en richt zich volledig op het afwenden van het gevaar.
Duurzaam gedrag en het gevaar-systeem
Bewustwording van klimaatdreiging kan het gevaar-systeem activeren. De focus ligt dan op moeten; datgene wat er moet gebeuren om de dreiging af te wenden. Het werkt zowel activerend als remmend: woede kan bijvoorbeeld maken dat je overgaat op actie, wat weer kan aanzetten tot activisme of duurzaam gedrag. Het kan echter ook maken dat je verlamd raakt van angst omdat het probleem te groot voelt om te verhelpen, waardoor je niet tot actie komt. Zelfkritiek, zoals jezelf straffend toespreken omdat je vindt dat je te weinig doet voor het klimaat, ondermijnt je zelfvertrouwen en maakt dat je slechter gaat presteren.
Dit systeem werkt goed op korte termijn, maar op lange termijn put het je lichaam uit en verzwakt het je immuunsysteem. De klimaatcrisis kan niet op korte termijn worden opgelost en kan dus gemakkelijk voor stress-klachten zorgen als het gevaar-systeem te lang achter elkaar actief is. Daarnaast is het vanuit dit systeem vaak lastig om open te luisteren en in contact te blijven met anderen. Dit systeem is dus ontoereikend om duurzaam gedrag langere tijd vol te kunnen houden, gezond te blijven en anderen op een positieve manier te beïnvloeden.
Jaag-systeem
Dit systeem is gericht op beloning en werkt activerend; het motiveert ons om te presteren en prettige gevoelens en dingen na te streven. We voelen ons gedreven en energiek. Lichamelijk wordt ook hier je sympathische zenuwstelsel actief en raakt het lijf in een staat van paraatheid. Het hormoon dopamine wordt aangemaakt. Als het in balans is met de andere twee systemen, kan het ons helpen bij het bereiken van belangrijke levensdoelen. De focus ligt op willen, streven of consumeren.
Duurzaam gedrag en het jaag-systeem
Als het vertonen van klimaat-bewust gedrag iets is wat jij belangrijk vindt, zal activatie van dit systeem kunnen helpen bij het maken van een positieve impact door doelen op dit gebied na te jagen. Als ‘groen doen’ echter weinig prioriteit voor je heeft, of als dit voor je gevoel in strijd is met andere dingen die je belangrijker vindt (zoals promotie maken, op vakantie gaan naar een ver land of de nieuwste iPhone kopen), zal de energie die vrijkomt bij de activatie van dit systeem niet tot duurzaam gedrag leiden, maar hoogstwaarschijnlijk je CO2-voetafdruk doen vergroten. Als jouw doelen worden geblokkeerd of gedwarsboomd door duurzaamheid, kan je dit bovendien als bedreiging ervaren. Hierdoor wordt het gevaar-systeem wederom actief en maken de prettige gevoelens plaats voor boosheid of angst.
Ook het jaag-systeem is gericht op de korte termijn en werkt op lange termijn uitputtend voor je lijf. De activatie van je stress-systeem kan maken dat je minder goed afgestemd raakt op anderen. Ondanks dat je dingen nastreeft die je een goed gevoel geven, heeft het lichaam nu eenmaal voldoende rust nodig om te kunnen herstellen en weer op te laden.
Kalmering-systeem
Dit systeem is gericht op sociale verbinding en verzorging en kalmeert de andere twee systemen. We ervaren gevoelens van veiligheid, kalmte, zorgzaamheid en vriendelijkheid. Daarnaast zorgt het voor een langer aanhoudend gevoel van voldoening, tevredenheid en welbevinden. We staan meer open voor signalen in de communicatie met andere mensen, ervaren anderen minder snel als bedreigend en voelen ons gesteund. Het parasympatische zenuwstelsel wordt actief en het lichaam maakt de hormonen oxytocine en endorfine aan. Je aandacht is verruimd en gelijkmatig verdeeld tussen jezelf en anderen. Het herstelt de balans met de andere systemen en ons lijf kan bijkomen. De focus ligt op zijn en mogen.
Duurzaam gedrag en het kalmering-systeem
Het kalmerende karakter geeft misschien het beeld dat dit systeem niet helpend is als motivator voor gedragsverandering en dat het niet aanzet tot actie. Het systeem activeert echter ook gevoelens van (zelf)compassie. Dit motiveert je om zorgzaam te zijn naar jezelf en anderen, je in te zetten om lijden te verminderen en tot ontplooiing te komen. Het beoefenen van (zelf)compassie activeert ook weer het kalmering-systeem, dus het heeft een zelfversterkend effect! Gedrag dat je uitvoert vanuit dit systeem zal dan ook vermoedelijk zorgen voor ‘het warm-glow-effect’: het fijne gevoel dat je ervaart als je een goede daad voor een ander of de wereld verricht. De voldoening die dit systeem teweegbrengt, maakt het gemakkelijker om niet alleen dingen te doén, maar ook dingen te láten voor het klimaat. Daarnaast brengt vriendelijkheid mensen samen, wat zeker nodig is als we oplossingen willen vinden voor de klimaatcrisis.
Wat is (zelf)compassie wel?
● moeilijke emoties zien voor wat ze zijn (niet onderdrukken, maar ook niet uitvergroten)
● jezelf en anderen vriendelijk, niet-veroordelend toespreken (open communiceren)
● moed hebben om pijn en lijden onder ogen te zien (het probleem erkennen)
● bereidheid tonen om je in te zetten om dit lijden te verlichten (tot actie overgaan)
● besef van mede-menselijkheid (jij bent niet de enige die lijdt of tekortschiet)
Wat is (zelf)compassie niet?
● (zwelgen in) zelfmedelijden of genotzucht (consumeren ‘omdat je het verdient’)
● je kop in het zand steken (doen alsof er geen probleem is)
● enkel bezig zijn met je eigen belang
● denken dat jij de enige bent die het moeilijk heeft of fouten maakt
● doen wat jezelf, anderen of de planeet op lange termijn niet helpt
Conclusie
Elk systeem heeft een belangrijke functie, ze zijn allemaal nodig om te overleven. Het geheel werkt optimaal als de drie systemen in balans zijn met elkaar. Omdat vanuit evolutionair oogpunt het gevaar- en jaag-systeem vaak vrij snel geactiveerd worden, valt er waarschijnlijk veel te winnen in het ontwikkelen van het kalmering-systeem. Naast dat het fijn en gezond voor jezelf is om je overactieve stress-systeem meer rust te geven, zullen waarschijnlijk ook de wereld en het klimaat erbij gebaat zijn als je vaker in het kalmering-systeem verkeert en zou dit vermoedelijk ook de drempel tot duurzaam gedrag kunnen verlagen.
Drie stappen om zelfcompassie te ontwikkelenStap 1: Erken dat dit een lastig moment is. Merk je emotie of spanning op, precies zoals het is. Benoem dit bijv. als: ‘ik ben bang/boos/pijn/somber’. Het ontkennen van iets vervelends kost meer energie dan het gewoonweg te benoemen. Probeer het maar eens uit en merk hoe snel iets dan kan veranderen.Stap 2: Sta toe dat lastige momenten bij het leven horen. Iedereen maakt lastige dingen mee of laat weleens een steek vallen. Erken onze gedeelde menselijkheid en de imperfectie van het leven.Stap 3: Spreek jezelf vriendelijk toe: ‘Moge ik vriendelijk zijn voor mezelf’. Wat heb je op dit moment nodig? Wat maakt het lichter? Een pauze, even naar buiten, contact, rust, vertrouwen, zelfspot? Maak dit concreet en neem actie als dit nodig is.
Lichaamsgerichte oefening vanuit zelfcompassie:Met bewuste aandacht en op een zorgzame manier je handen wassen, een hand op je hart leggen of een andere fysieke handeling uitvoeren. Jezelf op deze manier liefdevolle vriendelijkheid toewensen, maakt dat het hormoon oxytocine vrijkomt en dat bevordert gevoelens van rust, vertrouwen, veiligheid en verbondenheid en vergroot het voelen van genegenheid en compassie.
Bronnen
Gilbert, P. (2018). Compassion Focused Therapy: de toepassing binnen CGT. Boom uitgevers.
Startpunt voor de Psycholoog: Emoties en de Klimaatcrisis
Laatst bijgewerkt op 7 maart 2024. Auteur: Floris van den Oever
De klimaatcrisis en de gevolgen ervan roepen veel emoties op. Alle vier de basisemotieskomen voorbij: bangheid, bedroefdheid, boosheid en blijheid. Omgaan met deze emoties kan moeilijk zijn. Tegelijkertijd kunnen emoties ons motiveren om actie te ondernemen om de klimaatcrisis te beperken en ons eraan aan te passen. Liefde voor onze (klein)kinderen kan ons bijvoorbeeld motiveren om actie te ondernemen zodat hun toekomst beter is. Het begrijpen van deze eco-emoties, hoe ermee om te gaan en hoe ze gedrag motiveren, is een onderwerp voor klimaatpsychologie (British Psychologists Society, 2023). Wat is klimaatpsychologie? Bekijk ons filmpje, ons manifest, en de glossary van de EFPA.
Wil jij iets met klimaatemoties? Je bent niet de enige. Dit artikel introduceert het onderwerp. Gebruik het als springplank en duik in het onderwerp emoties en de klimaatcrisis! Open de bronnen om meer te weten te komen over de onderwerpen waarin je bijzonder geïnteresseerd bent! Je vindt ze in de referentielijst onderaan de pagina.
De rest van dit artikel is opgebouwd uit vier hoofdstukken. 1) Welke klimaatemoties mensen ervaren; 2) Hoe mensen kunnen omgaan met klimaatemoties; 3) Hoe klimaatemoties ons gedrag beïnvloeden; en 4) een conclusie.
Klimaatemoties
Welke emoties voelen mensen eigenlijk bij de klimaatcrisis? Dit is in verschillende culturen onderzocht. Pihkala (2022) heeft een taxonomie gemaakt die een goed overzicht geeft, waarvan het Climate Mental Health Network (n.d.) een klimaatemotieswielheeft gemaakt, met de emoties gecategoriseerd onder de vier basisemoties: bang, bedroefd, boos, en blij. Zie het klimaatemotieswiel hieronder.
Dit soort overzichten van klimaatemoties kunnen helpen bij onderzoek, interventie, en behandeling. Emoties zijn een schat aan informatie over wat belangrijk is voor mensen, hoe het met ze gaat, hoe ze zich verhouden en wat ze nodig hebben (Stichting Klimaatpsychologie, 2023). Daarom gebruiken we deze taxonomie in dit artikel.
Laten we beginnen met een vogelperspectief op de hele taxonomie. Dit wiel van klimaatemoties is niet op schaal; positieve emoties (blijheid) worden niet zo vaak geïdentificeerd als andere emoties in deze taxonomie (Climate Mental Health Network, n.d.). Daarnaast zijn emoties niet alleen een reactie op de dreiging van de klimaatcrisis zelf, maar ook op de onzekerheid en het gebrek aan controle die mensen voelen bij dit complexe probleem. Zo zijn er nog meer variabelen die beïnvloeden wie welke emoties ervaart. Mensen zullen eerder negatieve emoties ervaren als ze zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor de klimaatcrisis, waarde hechten aan de natuur (Bouman et al., 2020), of al te maken hebben met andere problemen zoals sociaal isolement of een angststoornis. Aan de andere kant kunnen mensen gemotiveerd zijn om negatieve emoties te vermijden omdat ze werken bij Shell of belast zijn met meer directe problemen. Sommige subpopulaties ondervinden meer klimaatgerelateerde mentale gezondheidsproblemen, zoals vrouwen, jongeren, en gemarginaliseerde groepen (Okamoto et al., 2023). Vaak voelen mensen meerdere emoties van de vier basisemoties door elkaar heen. Er is nog veel onbekend over hoe de klimaatcrisis onze emoties beïnvloedt, dus dit is een actief onderzoeksgebied. Als klimaatpsycholoog kun je bijdragen aan een beter begrip. Tot slot krijgen termen vaak het voorvoegsel “eco-” of “klimaat-”, zoals eco-verdriet en klimaatangst (Ágoston et al., 2022), klimaatemoties en klimaatgevoelens. Leer definities van termen in klimaatpsychologie in de Glossary van de European Federation of Psychologists’ Associations(EFPA Expert Reference Group, 2023). Met dit overzicht kunnen we inzoomen op een aantal belangrijke klimaatemoties. We zullen ze bespreken aan de hand van de vier basisemoties in het wiel: bang, bedroefd, boos, en blij.
Angst
Er is veel onderzoek gedaan naar bangheid of angst en de daaraan gerelateerde emoties (Pihkala, 2022). Bijvoorbeeld met behulp van de Hogg Eco-Anxiety Scale (Hogg et al., 2021), de Environmental Distress Questionnaire (Higginbotham et al., 2007), of een andere vragenlijst (Van Dijk et al., 2024). Het concept van klimaatangst of eco-angst is een populair studieobject: “angst geassocieerd met percepties over klimaatverandering, zelfs bij mensen die persoonlijk geen directe gevolgen hebben ondervonden” (Clayton, 2020). Hoewel het duidelijk is dat het niet goed is voor je welzijn (Gago et al., 2023), is er geen consensus over de definitie van klimaatangst (Van Dijk et al., 2024). Er wordt onderzoek gedaan naar hoe het ontstaat, hoe het interacteert met andere emoties, en hoe het ons beïnvloedt. Volgens een onderzoek van het CBS (2023) is driekwart van de Nederlanders bezorgd over de gevolgen van klimaatverandering en 58% bezorgd over de kosten van klimaatbeleid door de overheid. Er zijn verschillende niveaus van bangheid, met verschillende uitkomsten, van mild tot kritiek (Hickman, 2024). Hoe je omgaat met angst is afhankelijk van deze intensiteit. Naast intensiteit hebben klimaatzorgen nog twee onderling verbonden dimensies: een cognitieve dimensie en een affectieve dimensie (Pihakala, 2022). Klimaatangst moet niet gezien worden als een mentale gezondheidsprobleem; het is een normale en gezonde reactie op de situatie. Het behandelen als een mentale gezondheidsprobleem kan wel helpen (Van Valkengoed, 2023). Emoties van bangheid gaan vaak samen met machteloosheid, woede, en verdriet.
Bedroefdheid
Bedroefdheid is een van de meest onderzochte dimensies van klimaatemoties. Mensen ervaren verlies en trauma als gevolg van klimaatverandering gerelateerde rampen, wat kan leiden tot rouw en depressie (APA Task Force on Climate Change, 2022). Zelfs de anticipatie van toekomstige door klimaatverandering veroorzaakte verliezen kan bedroefdheid oproepen. Jongeren kampen flink met bedroefdheid om de klimaatcrisis. In een wereldwijd onderzoek in 2021 erkende 67% van de jonge respondenten dat ze zich bedroefd voelden door de klimaatverandering; 42% voelde verdriet; 39% meldde dat ze zich “depressief” voelden; 50% voelde zich schuldig; en 46% zei dat ze zich “schaamden” door de klimaatverandering” (Hickman et al., 2021). Sterk verdriet vanwege klimaatverandering kan eco-depressie worden genoemd (Stanley et al., 2021). Mensen kunnen een algemene klimaatmelancholie ervaren waarbij een specifieke oorzaak niet noodzakelijkerwijs duidelijk is (Lertzman, 2015). Een soortgelijk concept is solastalgie, het “chronische leed dat mensen ervaren als reactie op negatieve milieuveranderingen, vooral wanneer deze een thuisomgeving beïnvloeden” (Albrecht et al., 2007, Clayton, 2020). Emoties van bedroefdheid kunnen gepaard gaan met gevoelens van hulpeloosheid, bangheid, verontwaardiging, en boosheid.
Boosheid
Veel mensen voelen boosheid bij de klimaatcrisis (Stanley et al., 2021; Gregersen et al., 2023). Toch is boosheid minder onderzocht dan bedroefdheid en bangheid (Pihkala, 2022). Vaak is deze boosheid gericht op menselijk handelen dat klimaatverandering veroorzaakt en niet voldoende mitigeert en aanpast (Gregersen et al., 2023). Eco-woede is in verband gebracht met eco-depressie en eco-angst (Stanley et al., 2021). Het kan in intensiteit variëren van milde frustratie tot sterke morele verontwaardiging. Boosheid kan je helpen met oneerlijkheid zien en corrigeren. Stanley et al. (2021) ontdekten dat mensen vaak boosheid voelen in combinatie met bedroefdheid en bangheid. Meer nog dan bedroefdheid en bangheid voorspelt boosheid actie, activisme, en steun voor beleid om de klimaatcrisis aan te pakken (Gregersen et al., 2023).
Blijheid
De vierde groep klimaatemoties is blijheid. Deze gevoelens of emoties komen minder vaak voor, maar mogen niet buiten beeld blijven. Mensen kunnen liefde, empathie, zorg, en dankbaarheid voelen voor andere mensen en de meer-dan-menselijke wereld. Deze gevoelens van liefde zijn het doel van veel ecofilosofieën. Ze kunnen de basis vormen voor de andere drie basis klimaatemoties. Als wat je liefhebt wordt bedreigd, wordt je bang, boos, en verdrietig (Pihkala, 2022). Mensen kunnen ook hoop, optimisme, betekenisvolheid, empowerment en enthousiasme voelen wanneer ze handelen voor wat ze belangrijk vinden. Wanneer mensen dit samen doen, kunnen ze ook saamhorigheid en verbondenheid voelen. Zo kan blijheid een productieve betrokkenheid bij de klimaatcrisis bevorderen (Pickard et al., 2020). Actieve hoop kan ook helpen met omgaan met moeilijke emoties en in actie blijven (Macy & Johnstone, 2012). Een andere positieve emotie is humor. Humor kan helpen om spanningen los te laten en de klimaatcrisis bespreekbaar maken (Kaltenbacher & Drews, 2020; Schneider et al., 2021). Maar pas op, humor kan ook trivialiseren (Kaltenbacher & Drews, 2020).
Wat jij kunt met klimaatemoties
Als je je verdiept in klimaatemoties, merk je al snel dat er nog veel te ontdekken valt, waar jij aan kunt bijdragen! Je zou klimaatemoties kunnen onderzoeken. Sommige emoties hebben weinig aandacht gekregen, zoals walging, afgunst, en opluchting. Emoties die meer aandacht hebben gekregen, kunnen nog verder worden begrepen in specifieke contexten of subpopulaties. Op een hoger niveau is er een kenniskloof in het modelleren van hoe deze emoties ontstaan, met elkaar interageren en ons beïnvloeden. Als je een behandelaar bent in plaats van een wetenschapper, kun je deze bronnen gebruiken in je behandelingen, interventies, of campagnes. In de volgende twee hoofdstukken bespreken we twee belangrijke richtingen die we met deze emoties kunnen inslaan: hoe we mensen kunnen helpen met emoties om te gaan en hoe emoties ons bewegen, parallel aan dat we ons aan de klimaatcrisis moeten aanpassen en tegelijkertijd het moeten mitigeren.
Omgaan met klimaatemoties
Psychologen merken een toename van mensen met klimaatcrisis gerelateerde geestelijke gezondheidsproblemen (Regionaal Informatie centrum van de Verenigde Naties, 2023; Sarsour et al., 2023). De verwachting is dat dit zal blijven toenemen naarmate de klimaatcrisis groeit en mensen zich er meer bewust van worden (APA Task Force on Climate Change, 2022). Psychologen kunnen een belangrijke rol spelen door mensen te helpen om te gaan met de klimaatcrisis. Ágoston et al. (2022) identificeerden zes coping strategieën voor eco-emoties: (1) actie ondernemen/plannen, (2) confrontatie, (3) positieve herattributie/optimisme, (4) terugtrekken/acceptatie, (5) probleem ontwijking/ontkenning/hoopvol denken, en (6) sociale steun. Welke copingstijl effectief is, verschilt per situatie en persoon, dus is het voordelig om meerdere copingstijlen ter beschikking te hebben. Deze strategieën hebben grote overlap met algemene copingstijlen. Hun effectiviteit kan van algemene copingstijlen afgeleid worden, maar mag ook nog meer onderzocht worden (Kato, 2020). Mensen kunnen zowel individueel als collectief “copen”. We bespreken omgaan met klimaatemoties op beide niveaus.
In hun boek “Holding the Hope” geven Aspey et al. (2023) een model van hoe je van bangheid (eco-angst en ongeloof) via bedroefdheid (eco-depressie, melancholie) en boosheid (morele verontwaardiging) bij blijheid kunt komen (hoop, betekenisvolheid). Hieronder zie je hun model.
Afbeelding van Aspey et al. (2023)
Op individueel niveau
Op individueel niveau kunnen psychologen mensen begeleiden bij het voelen en begrijpen van hun emoties. Op onze website vind je hulpmiddelen voor behandelaars. Vooral de vierdelige toolkit voor behandelaars is handig. Ken je tools die daar nog niet in staan, dan kun je die toevoegen door ons te mailen! Je kunt mensen ook middelen om zichzelf te helpen aanreiken. Op onze webpagina “klimaatemoties” noemen we er een aantal, zoals: praten met gelijkgestemden, actief zijn in het aanpakken van de klimaatcrisis, en erover leren via boeken en podcasts. Meer bronnen worden aangeboden door Climate Outreach. Psychologen kunnen ook helpen om over de klimaatcrisis en eco-emoties te praten, zoals de organisatie klimaatgesprekkenaanbiedt. Andere hulpmiddelen zijn te vinden op het Climate Health Network (onder andere het klimaatemotieswiel) en Emotion Compass. In behandeling kunnen psychologen cliënten helpen bij het verkennen van hun emoties, het ontwikkelen van zelfcompassie, het verwerken van bedroefdheid en het omgaan met boosheid, en meer. Je kunt ook meer leren over het behandelen van mensen die kampen met klimaatemoties in onze tweedaagse basisopleiding klimaatpsychologie.
Op gemeenschapsniveau
Op gemeenschapsniveau kunnen psychologen mensen begeleiden door het organiseren en begeleiden van weerbaarheidsgroepen, activiteiten om in contact met de natuur te komen, en het begeleiden van organisaties, gemeentes, en verenigingen die willen verduurzamen. Andere bronnen voor gezamenlijke zingeving en steun zijn religie en spiritualiteit. Religie en spiritualiteit kunnen ook bijdragen aan klimaatverandering mitigatie en adaptatie (Chirico, 2021; Haluza‐DeLay, 2014; Macy, 1991)
Een goede manier om met negatieve emoties om te gaan is actie ondernemen om de bron van die emoties te verbeteren. Niet alleen omdat de bron dan opgelost wordt. Het voelt gewoon goed (Pickard et al., 2020). Zo verminderde het deelnemen aan klimaatactie collectief de associatie tussen klimaatangst en depressieve symptomen (Schwartz et al., 2023). In het volgende hoofdstuk duiken we in hoe klimaatemoties motiveren tot actie.
Hoe klimaatemoties ons bewegen
Klimaatpsychologie gaat niet alleen over omgaan met moeilijke klimaatemoties. Emoties kunnen ons ook activeren en deactiveren (Pihkala, 2022). In dit hoofdstuk bespreken we hoe emoties zoals bangheid ons kunnen verlammen en emoties zoals boosheid ons kunnen activeren. De zes copingstrategieën voor klimaatemoties die Ágoston et al. (2022) identificeerden, leiden tot en actie (e.g., actie ondernemen, confrontatie) en passiviteit (e.g., terugtrekken, ontkennen). Natuurlijk moeten en kunnen emoties niet worden behandeld als louter hulpmiddelen voor gedragsverandering, daarom kwam het hoofdstuk omgaan met klimaatemoties eerst. Er is ook geen “one-size-fits-all’ voor het inzetten van emoties voor klimaatverandering mitigatie en adaptatie (Schneider et al., 2021). Toch is het belangrijk om te begrijpen hoe ze ons gedrag beïnvloeden; hoe emoties ons activeren en deactiveren.
Activatie
Via copingstrategieën zoals actie nemen en sociale steun zoeken kunnen eco-angst, eco-schuldgevoel, eco-bedroefdheid, en klimaatstress ons tot actie motiveren (Ágoston et al., 2022). Stanley et al. (2021) en Gregersen et al. (2023) vonden dat eco-woede betrokkenheid bij pro-klimaatactivisme en duurzaam persoonlijk gedrag voorspelt, alsook betere mentale gezondheidsuitkomsten. Bouman et al. (2020) vonden dat bezorgdheid aanzet tot actie als het samen gaat met een gevoel van verantwoordelijkheid en “biospheric values”. Nabi et al. (2018) vonden dat berichten die oproepen tot klimaatactie effectiever zijn wanneer ze emoties oproepen dan wanneer ze slechts informeren. Hoop helpt meer dan angst, maar ze werken allebei. Als een bericht eerst angst en dan hoop oproept, is het nog effectiever. Emoties mixen kan overtuigender zijn omdat het een flow van emoties teweegbrengt (Nabi et al., 2018). Pihkala’s (2022) taxonomie van klimaatemoties kan je helpen een goede cocktail te maken. Het is hierbij belangrijk dat de berichtgeving past bij de ontvangers van het bericht (Clayton & Manning, 2018). Daarnaast worden mensen sneller geactiveerd als ze gevoelens van handelingsvrijheid en zelfeffectiviteit (self-efficacy) hebben (Sabherwal & O’Dell, 2023). Klimaatberichtgeving koppelen aan dingen waar mensen om geven, activeert via emoties zoals liefde, empathie (Wang et al., 2018), compassie, sympathie, en compersie. Benoemen dat anderen ook geven om het klimaat activeert ook (Bouman en Steg, 2019). De emoties van bevolkingsgroepen bewegen hun leiders. Inzichten van psychologisch onderzoek over de mentale gezondheidseffecten van klimaatverandering informeren beleid. Dit beleid beïnvloedt vervolgens weer het gedrag van mensen (Sarsour et al., 2023). Gedragsbeïnvloeding via emoties wil je natuurlijk wel ethisch aanpakken, daarmee helpt dit overzicht van principes voor ethisch handelen bij gedragsbeïnvloeding van het NIP (Taskforce Ethiek, n.d.).
Deactivatie
Coping strategieën zoals terugtrekken en ontkennen deactiveren ons (Ágoston et al., 2022; Weintrobe, 2013). Zo kunnen mensen bijvoorbeeld verlamd raken van overweldigend schuldgevoel, in combinatie met te weinig hoop en zelfeffectiviteit. Het onderdrukken van klimaatemoties kan verlammend werken. Emoties erkennen en verkennen werkt om uit deze verlamming te breken (Hamilton, 2020; Helmink, 2020). Onze bedroefdheid en rouw over de klimaatcrisis voelen is nodig om op een positieve manier met deze situatie om te gaan (Aspey et al.,2023; Weintrobe, 2013). Teveel hoop kan ook deactiveren, bijvoorbeeld door overmatig vertrouwen in technologische innovaties. Verwarring over welke emoties je voelt of hoort te voelen helpt ook niet (De Jong, 2023). Deze emoties spelen rollen in de “dragons of inaction”, die ons remmen in actie nemen tegen de klimaatcrisis (Gifford, 2011; Gifford et al., 2018). Er is behoefte aan meer onderzoek naar de relatie tussen verschillende emoties, klimaatactie en contextuele dynamiek (Pihkala, 2022; Salas Reyes et al., 2021). Wil jij daaraan bijdragen, kijk dan eens naar de onderzoeksagenda van Salas Reyes et al. (2021).
Conclusie
Mensen hebben uiteenlopende gevoelens over over de klimaatcrisis. Door het complexe emotionele landschap van de klimaatcrisis te begrijpen, kunnen psychologen individuen en gemeenschappen helpen om negatieve emoties te verwerken en positieve emoties aan te wenden om actie te motiveren. Uiteindelijk is het aanpakken van de emotionele dimensies van de klimaatcrisis cruciaal voor het opbouwen van veerkracht en het creëren van een duurzamere toekomst.
We hopen dat deze pagina je heeft geïnspireerd om je expertise toe te passen! Zowel om mensen te helpen om te gaan met hun klimaatemoties als om actie te stimuleren. Wil jij in actie komen? Er is een goede kans dat de APA, NIP, EFPA, of Stichting Klimaatpsychologie activiteiten coördineren om precies dat te doen wat jij wilt doen. Meedoen zou een geweldige plek zijn om te beginnen. Wil je meer leren, verdiep je dan in de bronnen van dit artikel. Leer je beter in een cursus of klaslokaal, dan zijn daar ook opties voor, zoals de basisopleiding van Stichting Klimaatpsychologie, een MOOC, of online vak. Mist er wat op deze pagina? Laat het ons weten dan kijken we of we het kunnen toevoegen.
Bronnen
Ágoston, C., Csaba, B., Nagy, B., Kőváry, Z., Dúll, A., Rácz, J., & Demetrovics, Z. (2022). Identifying Types of Eco-Anxiety, Eco-Guilt, Eco-Grief, and Eco-Coping in a Climate-Sensitive Population: A Qualitative Study. International Journal of Environmental Research and Public Health, 19(4), 2461. https://doi.org/10.3390/ijerph19042461
Albrecht, G., Sartore, G.-M., Connor, L., Higginbotham, N., Freeman, S., Kelly, B., Stain, H., Tonna, A., & Pollard, G. (2007). Solastalgia: The Distress Caused by Environmental Change. Australasian Psychiatry, 15(1_suppl), S95–S98. https://doi.org/10.1080/10398560701701288
Gago, T., Sargisson, R. J., & Milfont, T. L. (2023). A meta-analysis on the relationship between climate anxiety and wellbeing [Preprint]. PsyArXiv. https://doi.org/10.31234/osf.io/eaq4k
Gifford, R. (2011). The dragons of inaction: Psychological barriers that limit climate change mitigation and adaptation. American Psychologist, 66(4), 290–302. https://doi.org/10.1037/a0023566
Haluza‐DeLay, R. (2014). Religion and climate change: Varieties in viewpoints and practices. WIREs Climate Change, 5(2), 261–279. https://doi.org/10.1002/wcc.268
Hamilton, J. (2020). Emotional Methodologies for Climate Change Engagement: Towards an understanding of emotion in Civil Society Organisation (CSO)-public engagements in the UK. https://doi.org/10.48683/1926.00095647
Hickman, C. (2024). Eco-Anxiety in Children and Young People – A Rational Response, Irreconcilable Despair, or Both? The Psychoanalytic Study of the Child, 1–13. https://doi.org/10.1080/00797308.2023.2287381
Hickman, C., Marks, E., Pihkala, P., Clayton, S., Lewandowski, R. E., Mayall, E. E., Wray, B., Mellor, C., & Van Susteren, L. (2021). Climate anxiety in children and young people and their beliefs about government responses to climate change: A global survey. The Lancet Planetary Health, 5(12), e863–e873. https://doi.org/10.1016/S2542-5196(21)00278-
Higginbotham, N., Connor, L., Albrecht, G., Freeman, S., & Agho, K. (2007). Validation of an Environmental Distress Scale. EcoHealth, 3(4), 245–254. https://doi.org/10.1007/s10393-006-0069-x
Hogg, T. L., Stanley, S. K., O’Brien, L. V., Wilson, M. S., & Watsford, C. R. (2021). The Hogg Eco-Anxiety Scale: Development and validation of a multidimensional scale. Global Environmental Change, 71, 102391. https://doi.org/10.1016/j.gloenvcha.2021.102391
Kaltenbacher, M., & Drews, S. (2020). An Inconvenient Joke? A Review of Humor in Climate Change Communication. Environmental Communication, 14(6), 717–729. https://doi.org/10.1080/17524032.2020.1756888
Kato, T. (2020). Examination of the Coping Flexibility Hypothesis Using the Coping Flexibility Scale-Revised. Frontiers in Psychology, 11, 561731. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2020.561731
Macy, J. (1991). World as lover, world as self. Parallax Pr.
Macy, J., & Johnstone, C. (2012). Active hope: How to face the mess we’re in without going crazy. New World Library.
Nabi, R. L., Gustafson, A., & Jensen, R. (2018). Framing Climate Change: Exploring the Role of Emotion in Generating Advocacy Behavior. Science Communication, 40(4), 442–468. https://doi.org/10.1177/1075547018776019
Pickard, S., Bowman, B., & Arya, D. (2020). “We Are Radical In Our Kindness”: The Political Socialisation, Motivations, Demands and Protest Actions of Young Environmental Activists in Britain. Youth and Globalization, 2(2), 251–280. https://doi.org/10.1163/25895745-02020007
Regionaal Informatie centrum van de Verenigde Naties. (2023, December 7). Klimaatverandering: De gevolgen voor mentale gezondheid [Informatiecentrum]. Regionaal Informatie Centrum van de Verenigde Naties. https://unric.org/nl/klimaatverandering-mentale-gezondheid/
Salas Reyes, R., Nguyen, V. M., Schott, S., Berseth, V., Hutchen, J., Taylor, J., & Klenk, N. (2021). A Research Agenda for Affective Dimensions in Climate Change Risk Perception and Risk Communication. Frontiers in Climate, 3, 751310. https://doi.org/10.3389/fclim.2021.751310
Sarsour, A., Nagabhatla, N., & Okamoto, S. (2023). Climate Change’s Impact on Mental Health: Preparedness and Policy Interventions to Support Affected Individuals and Communities [Preprint]. Social Sciences. https://doi.org/10.20944/preprints202309.0425.v1
Schneider, M., Kunz, C., Pal’a, A., Wirtz, C. R., Mathis-Ullrich, F., & Hlavac, M. (2021). Augmented reality-assisted ventriculostomy. Neurosurgical Focus, 50(1), E16. https://doi.org/10.3171/2020.10.FOCUS20779
Schwartz, S. E. O., Benoit, L., Clayton, S., Parnes, M. F., Swenson, L., & Lowe, S. R. (2023). Climate change anxiety and mental health: Environmental activism as buffer. Current Psychology, 42(20), 16708–16721. https://doi.org/10.1007/s12144-022-02735-6
Stanley, S. K., Hogg, T. L., Leviston, Z., & Walker, I. (2021). From anger to action: Differential impacts of eco-anxiety, eco-depression, and eco-anger on climate action and wellbeing. The Journal of Climate Change and Health, 1, 100003. https://doi.org/10.1016/j.joclim.2021.100003
Van Dijk, S., Van Schie, K., Smeets, T., & Mertens, G. (2024). Limited Consensus on What Climate Anxiety is: Insights from Content Overlap Analysis on 12 Questionnaires [preprint]. https://doi.org/10.31234/osf.io/p8exa
Van Valkengoed, A. M. (2023). Climate anxiety is not a mental health problem. But we should still treat it as one. Bulletin of the Atomic Scientists, 79(6), 385–387. https://doi.org/10.1080/00963402.2023.2266942
Wang, S., Leviston, Z., Hurlstone, M., Lawrence, C., & Walker, I. (2018). Emotions predict policy support: Why it matters how people feel about climate change. Global Environmental Change, 50, 25–40. https://doi.org/10.1016/j.gloenvcha.2018.03.002
Weintrobe, S. (Ed.). (2013). Engaging with climate change: Psychoanalytic and interdisciplinary perspectives. Routledge, Taylor & Francis Group.
Wennen aan iets waar je eigenlijk niet aan wil wennen. Zo zou je het proces van rouw kunnen omschrijven. Als we vanwege de klimaatontwrichting en de coronacrisis íets moeten, dan is het dat wel. En als er iets is wat we eigenlijk niet willen, dan is het dat ook. Niet gek dus, als de afgelopen maanden je niet in de koude kleren zijn gaan zitten.
Misschien herken je bij jezelf wel een of meerdere van de gebruikelijke reacties om er onderuit te komen: niet willen weten, ontkennen, bagatelliseren, intellectualiseren of verdringen. Creatieve oplossingen, maar ontoereikend: zodra de harde werkelijkheid door de schil dringt, bieden ze geen recept om de impact te hanteren. De pijn komt dan juist des te harder aan, met bijvoorbeeld paniek, agressie of depressie als gevolg. Het verlies ‘nemen’ en de weg vinden tussen niet aangaan en overspoeld worden, dat is rouwen.
Verschillende stadia en rouwtaken
Elisabeth Kübler-Ross ontwikkelde in 1969 een model van stadia met daarin een doorloop van ontkenning, woede, onderhandelen, neerslachtigheid en uiteindelijk aanvaarding.
In 1992 kwam William Worden tot een indeling in rouwtaken:
Het aanvaarden van de realiteit van het verlies,
Het doorleven van de pijn en het verdriet,
Aanpassen aan een nieuw leven waarin wat verloren is niet meer aanwezig is,
En ten slotte het verlies een plaats geven en een vorm vinden om verder te leven.
Proactief rouwen
De pijn en het verdriet durven toelaten zou je proactief rouwen kunnen noemen. In de praktijk komt dit erop neer dat je ‘dichtbij’ en ‘veraf’ kunt afwisselen: soms neemt het je volledig in beslag, en soms juist ook helemaal niet (je hebt per slot een huishouden, studie, kinderen die van en naar school moeten, avondjes dat je je verliest in Netflix, enz). Waar het op neerkomt: als je huilt gaat het niet alleen maar slecht met je en als je loopt te fluiten is het niet per se over. Volg je deze interne bewegingen, dan zul je uiteindelijk minder huilen en vaker fluiten.
Dat nabestaanden rond iemands sterfdag een graf opzoeken, of een plek met gedeelde herinneringen, bewijst wel dat verwerken nooit klaar is. De vraag: ‘Heb je het al een plekje gegeven?’ is, hoe goed bedoeld ook, daarom misplaatst.
Anticiperend rouwen
Bovenstaand proces wordt ook wel aangeduid als ‘betekenisgeving na verlies’. Maar voor iedereen die zich met het klimaat (en andere ecologische facetten) bezighoudt, speelt er een zwaarwegend extra aspect mee, namelijk betekenisgeving vóór verlies.
De keiharde waarheid is dat zelfs als we vanaf nu alles in één keer goed zouden doen, het op alle fronten eerst nog slechter zal worden. De opwarming wordt immers met vertraging veroorzaakt door wat we uitstoten, dus de opwarming van nu wordt veroorzaakt door wat al uitgestoten is en wat we nu uitstoten werkt nog wel even door. De bodemdegradatie wordt niet in één keer ongedaan gemaakt door met kunstmest te stoppen. De Noordpool zal niet opeens weer bevriezen. Uitgestorven dieren en planten worden niet meer tot leven gewekt, en daardoor zal de voedselvoorziening verslechteren. Enzovoorts, enzovoorts.
Waar het hier om gaat is anticiperende rouw. Rouw over het verlies dat onherroepelijk nog zal optreden. Kun je de moed opbrengen om dit inzicht toe te laten?
En corona-rouw?
Terwijl de klimaatontwrichting ogenschijnlijk langzaam aanzwelt (voor de massa althans), is het verlies vanwege corona iets wat we direct ervaren. Niet iedereen wordt weliswaar even hard door corona getroffen: sommigen zijn niet of nauwelijks ziek, anderen liggen weken in het ziekenhuis. Maar je hoeft niet ziek te zijn om erdoor geraakt te worden. Een niet-zieke restauranthouder kan wel degelijk existentiële angst ervaren doordat zijn inkomsten opdrogen en hij zijn levenswerk ten onder ziet gaan. Vaak is de primaire reactie dan agressie, en niet rouw. De agressie wordt gericht op de ‘boosdoeners’ die de maatregelen bepalen: het RIVM, het OMT, de bewindspersonen. Of je gaat vanuit datzelfde protestdenken op zoek naar ‘oorspronkelijke schuldigen’ en wijst kwaad naar China, laboratoria, Bill Gates. Het rouwproces begint niet eens, want constant boos zijn houdt verwerking tegen. En het vreet energie, die je niet meer kunt gebruiken om bij te dragen aan een oplossing.
Hulp bij verlies door corona…
Niet alleen het verlies kwam, in maart 2020, onmiddellijk, maar ook de geboden hulp in de vorm van (financiële) steunmaatregelen. Nabestaanden van overledenen kunnen inmiddels kosteloos psychische hulp aanvragen. De website Rouw en corona staat stil bij de moeilijkheden, vanwege beperkende maatregelen, rond het afscheid van een dierbare. Het Steunpunt Coronazorgen biedt directe en voor iedereen beschikbare ondersteuning.
…maar niet of nauwelijks bij klimaatdepressie
Dat de coronamaatregelen het rouwproces hinderen wordt dus onderkend. Opmerkelijk genoeg is er in ons land echter nog amper een professionele respons in de vorm van psychologische hulp naar aanleiding van de langetermijnbedreiging van ecologische teruggang – die echt nog veel ernstiger is, maar als minder direct wordt ervaren. Pas heel recent is het platform Klimaatpsychologie.com in het leven geroepen. Je kon dus vóórdat corona toesloeg al moeilijk ergens terecht, nu doet de coronarealiteit daar nog een schepje bovenop. Terwijl je meer steun nodig hebt, is het minder voor handen.
Het einde is (niet) in zicht
Inmiddels gloort er met de aanstaande vaccinaties licht aan het einde van de coronatunnel. Ook dát is een verschil met de enorme transities die nodig zijn om verdere ecologische schade te beperken. Er komen geen vaccinaties tegen de huidige uitsterving in de natuur, maar de noodsituatie is er nu al.
Ons brein heeft moeite met de lange termijn
Dat aandacht voor algemene belangen en belangen op lange termijn niet vanzelfsprekend is, blijkt wel uit het feit dat we het al lastig genoeg vinden om geduld op te brengen bij de korte coronacrisis, hoewel die voor direct getroffenen toch behoorlijk serieus is. Dit komt doordat de instinctfuncties van ons brein gericht zijn op acuut overleven. Bij corona tellen we in maanden, bij klimaatontwrichting helaas in generaties. Dat zoveel mensen daar nog niet van doordrongen lijken te zijn, lijkt me een extra reden tot rouw. Tegen de tijd dat het besef bij wegkijkers echt doordringt, zijn we meer dan ooit gebaat bij de handreikingen van bijvoorbeeld het Good Grief Network.
Omgaan met rouw
Wat kan ons hier helpen? Daar is gelukkig wel veel over bekend! Het rouwproces waar we in zitten, laat zich namelijk vergelijken met dat van bijvoorbeeld mantelzorgers van mensen die lijden aan een progressieve ziekte, zoals de spierziekte ALS, ziekte van Huntington, ziekte van Parkinson, dementie.
1. Laat het toe
Als je de klimaatontwrichting aankijkt, kan de schrik je om je hart slaan, de moed je in de schoenen zinken, de grond onder je voeten weg slaan. Kans bestaat dat je het hoofd laat hangen. Angst en depressie liggen op de loer. Vaak hebben we de neiging die gevoelens te bevechten, maar er is een andere, vruchtbaardere afslag: je openen voor je verdriet, je pijn echt te durven voelen. Duw het niet weg, maar laat het er zijn.
2. Laat licht en donker naast elkaar bestaan
Als je pijn en verdriet om een onzekere toekomst toelaat, opent dat de weg naar warmte, compassie, liefde. In de onmiddellijkheid van pijn in het hier en nu kun je paradoxaal genoeg zelfs geluksgevoelens en dankbaarheid ervaren. Met een geopend hart zie je het gracieuze van een kat, beleef je het gefilterde zonlicht in een bos, geniet je van spelende kinderen, hou je nog meer van je geliefden, bewonder je de kleuren van de wolken… Schade en heling, in afwisseling, zo dicht bij elkaar.
3. Gebruik de kracht van sociale steun
In de weldaad van zo dichtbij jezelf zijn, is het voorstelbaar dat je je verbonden weet met lotgenoten. Als je je ervaringen en gevoelens met anderen deelt helpt de kracht van sociale steun je waarschijnlijk weer verder. Ook stromen er daardoor hormonen zoals oxytocine (knuffelhormoon) door je heen. Er ontstaat weer ruimte voor je verlangens rondom de leefbaarheid van onze aarde en de invloed die je daarop hebt: ruimte om in actie te komen – welke actie dan ook.
4. Accepteer dat het nooit klaar is
Het bovenstaande proces is circulair: het is nooit klaar. Je ontdekt al rouwend steeds beter wat jouw persoonlijke route is. Het ontdekken van je veerkracht en wendbaarheid is een zingevingsproces op zich en vermindert eventuele machteloosheid.
5. Richt je op het zinvol bezig zijn
Maak jezelf niet groter dan je bent, want dan heb je altijd het gevoel tekort te schieten. Je kunt het klimaatprobleem niet eigenhandig oplossen. Koppel hoop bovendien niet aan resultaat, maar aan de ervaring van zinvol bezig zijn.
Je moet jezelf overigens ook niet kleiner maken dan je bent. Dan is het namelijk lastig om tevreden te zijn over je acties, terwijl je wel degelijk aan de oplossing kunt bijdragen!
Onze buitenwereld is gebaat bij een stabiel klimaat. Je draagt daar makkelijker aan bij als je zelf zo stabiel mogelijk blijft. Ga daartoe juist mee met de gevoelens in je binnenwereld onder het motto: om rechtuit te kunnen fietsen moet je durven slingeren!