Blog geschreven door: Iris Kleine Schaars
Emoties zijn belangrijke boodschappers. Ze signaleren dingen die voor jou van
belang zijn. Zo vertellen ze je hoe het met je gaat, hoe je je verhoudt tot de mensen
om je heen, en vooral: wat je nodig hebt. Want je behoeften en je emoties zijn nauw
met elkaar verbonden: een emotie is de reactie van je brein en je lichaam op een
gebeurtenis. Je emoties vertellen je: 'let op, er is iets gebeurd wat je behoeften in
gevaar brengt!'
Affect, gevoel, emotie en stemming
Wanneer je emotionele systeem denkt dat er iets belangrijks gebeurt, geeft het
alarmsignalen af. Die bevatten meestal een lichamelijke ervaring (emotie), waar je
vervolgens woorden aan geeft, dus de cognitieve verwerking ervan (gevoel). Emotie kun je zien als een drijvende kracht. Die zet jou in beweging en helpt je betekenis te geven aan de gebeurtenis. Je kunt koersen door middel van jouw emoties. Emoties geven ook zicht op wat je belangrijk vindt. Affect is de gezichtsuitdrukking of lichaamsbeweging die een emotie toont.
Voorbeelden van een lichamelijke gewaarwording of emotie zijn: een knoop in je buik,
onbehagen, druk op de borst, een gevoel van warmte, energie of kracht. Een voorbeeld van gevoel is dan de gedachte die je hierbij ervaart. Bijvoorbeeld: hé, ik voel me gefrustreerd. De emotie zet een beweging in gang; toenadering zoeken of juist afstand nemen van andere mensen.
Bij grotere thema’s in je leven kan die emotie langer aanhouden. We spreken dan van stemming. Een stemming hangt samen met hoe jij je omgeving waardeert. Een voorbeeld hiervan is een grondtoon van ontevredenheid of dysthymie.
Primaire emoties
In deze blog hebben we het over emoties. Er zijn twee soorten emoties: primaire en secundaire emoties. Een primaire emotie is een directe emotionele reactie op een situatie of gebeurtenis. Het is je allereerste reactie, vandaar de term primair. Primaire emoties signaleren wat je behoeften zijn. Een voorbeeld: je wordt boos omdat iemand jou, of iemand van wie je houdt, gemeen behandelt. Dan voel je de behoefte om grenzen te stellen en jezelf of je geliefde te beschermen. Boosheid is dan de primaire emotie die je helpt om te beschermen wat belangrijk voor je is. Immers: doordat je boos bent is het waarschijnlijker dat je voor jezelf opkomt. Maar soms weet je niet precies wat je voelt. Misschien heb je gevoelens die ongewenst zijn, of waarvan je hebt geleerd dat je ze niet mag uiten. Op zo’n moment loop je meestal tegen je secundaire emoties aan.
Secundaire emoties
Een secundaire emotie is een emotionele reactie op een primaire emotie, dus een
emotie óver wat je voelt. Als iemand die belangrijk voor je is bijvoorbeeld iets
kwetsends tegen je zegt, kun je verdrietig zijn: een primaire emotie. Als het, om wat
voor reden dan ook, moeilijk voor je is om verdriet te hebben, merk je misschien dat
je boos wordt. Die boosheid is dan een secundaire reactie: een reactie op je verdriet.
Mannen hebben in onze samenleving de neiging om boosheid te tonen als ze
eigenlijk meer kwetsbare gevoelens ervaren, zoals verdriet of schaamte. Andersom
hebben vrouwen de neiging om verdriet of schuldgevoelens te uiten wanneer ze
boos zijn. Als je de emotionele reactie van jezelf of iemand anders niet begrijpt, of als
die reactie totaal buiten proportie is, heb je waarschijnlijk te maken met een
secundaire emotie die een andere emotie verdoezelt.
Primaire emoties zijn meestal basisemoties, zoals verdriet, angst, schaamte,
boosheid en vreugde. In theorie kunnen alle basisemoties ook secundair zijn.
Sommige secundaire emoties komen echter vaker voor dan andere, zoals
bezorgdheid, irritatie, somberheid, agressie, woede en leegte of hopeloosheid.
De reden dat secundaire emoties meestal niet helpen, is dat ze verbergen wat je
echt voelt. Daardoor stuur je verwarrende signalen naar de buitenwereld over wat je
nodig hebt. Als je bijvoorbeeld verdrietig bent en steun en nabijheid nodig hebt, zal
jouw secundaire boosheid anderen juist laten weten dat ze beter met een wijde boog
om je heen kunnen lopen.
Emoties en klimaatverandering
Klimaatverandering kan verschillende emoties bij je losmaken, met bijbehorende
lichamelijke reacties. Wat zeggen die emoties over je behoeften?
Laten we er een aantal bekijken.
Verdriet
Klimaatverandering betekent verlies. Je beseft wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor de aarde en alles wat erop leeft. Dat besef kan samengaan met verdriet en
lichamelijke sensaties, zoals zwaarte voelen en een brok in je keel krijgen. Het gevoel van verdriet vertelt je dat je behoefte om dat alles te behouden niet kan
worden vervuld. Als je verdrietig bent, heb je troost, zorg en steun van anderen nodig.
Angst
Het is niet vreemd als klimaatverandering angst voor de toekomst oproept. Fysiek
gaat angst vaak gepaard met een verhoogde hartslag en een snellere ademhaling.
Als je angst voelt, heb je behoefte aan veiligheid.
Schaamte en schuld
Je kunt je schuldig voelen, omdat je vindt dat je niet genoeg doet om
klimaatverandering te stoppen. Dat schuldgevoel kan bijvoorbeeld samengaan met een drukkend gevoel op je hoofd en je borst. Schaamte en schuldgevoelens vragen om acceptatie en bevestiging.
Boosheid
Mensen, bedrijven en overheden doen onvoldoende om het schadelijke gedrag te
stoppen. Om razend van te worden! Boosheid kan je bijvoorbeeld een warm of zelfs heet gevoel in je buik bezorgen en je handen doen samenballen tot vuisten. Boosheid heeft
grenzen nodig.
Vreugde en het Warm-glow-effect
Als je duurzaam gedrag vertoont, kun je daar voldoening uit halen. Je voelt je gelukkiger
of zelfs trots. Het prettige gevoel na duurzaam handelen is aan de Rijksuniversiteit Groningen ook onderzocht, dit noemen ze het Warm-glow-effect. Je ervaart de temperatuur in een kamer na een goede daad, letterlijk als warmer. Curieus toch?
Behandeling
Tijdens de behandeling is het interessant om samen na te gaan: wat voel ik? En wat
vertelt die emotie me over wat ik nodig heb? Als je een sterke emotionele reactie hebt die maar niet weg wil gaan, is het de moeite waard om goed na te gaan wat er in je omgaat. Een mooie oefening hierbij heet focussen, een techniek die doet denken aan mindfulness. Bij focussen ga je echter nog een stapje verder, door naast de lichamelijke gewaarwordingen ook woorden te geven aan de emoties, de betekenis en de behoeften.
Hieronder vind je twee technieken om toe te passen. Uiteraard bepaal je zelf of je voldoende opgeleid en capabel bent om dit te begeleiden.
Oefening 1: Focussen; wat voel ik nu?
Deze oefening helpt je in contact te komen met je emoties en te luisteren naar wat ze
je proberen te vertellen. Je kunt de oefening doen in een moeilijke situatie, of in
gedachten zo’n situatie of thema terughalen en als uitgangspunt nemen voor de
oefening.
Als behandelaar gebruik je onderstaande instructies:
'Ga gemakkelijk in je stoel zitten. Probeer rechtop te zitten en tegelijkertijd je rug en
schouders te ontspannen. Haal een paar keer diep adem om je lichaam wat tot rust
te brengen. Richt je aandacht op je lichaam en vraag je lichaam hoe het gaat in deze
moeilijke periode. Als je je gedachten moeilijk kunt stilzetten of als je nu veel piekert,
stel je dan een boekenkast voor met een lege plank. Leg al die opdringerige
gedachten één voor één op de lege boekenplank. Je kunt ze later weer ophalen als
dat nodig is. Probeer nu opnieuw je aandacht te richten op je lichaam en wat daar op
dit moment gebeurt. Stel jezelf dan de volgende vragen: “Wat staat er op dit moment tussen mij en mijn welzijn?” Kijk of je je lichaam de vraag kunt laten beantwoorden in plaats van je hoofd te doorzoeken. Vraag opnieuw: "Wat staat er op dit moment tussen mij en mijn welzijn?"
Welke fysieke gewaarwordingen merk je op? Hoe voel je de angst of pijn in je
lichaam? Wat er ook opkomt, probeer de aandacht te vestigen op de lichamelijke
gewaarwordingen. Bijna alsof je tegen het gevoel zegt: “Dit is belangrijk voor mij en
ik wil uitzoeken waar het allemaal om draait.”
Probeer vervolgens je lichamelijke gewaarwording in meer detail te omschrijven.
Hoe zou het gevoel eruitzien als het een object was? Waar bevindt het zich? Welke
vorm heeft het? Is het hard, zacht, klein, groot? Welke kleur heeft het? Beweegt het?
Zit er energie in? Kun je het beschrijven als een object, een ding, iets anders?'
Bijvoorbeeld: "Het voelt ongemakkelijk, als een harde klomp in mijn maag" of "Het
voelt alsof er een balk op mijn borst drukt waardoor ik van streek raak". Als behandelaar geef je je cliënt de tijd voor het vinden van de juiste woorden om het gevoel te omschrijven.
'Als je eenmaal een paar woorden of symbolen hebt gevonden om het gevoel mee te
beschrijven, probeer dan na te gaan of de gewaarwording bij de woorden past. Bekijk
de woorden door ze tegen jezelf te zeggen: "Het is alsof..." en kijk dan of je lichaam
je een signaaltje geeft dat het klopt, of niet. Als het klopt, neemt het gevoel misschien
wat toe, of merk je dat op een andere manier. Als het niet helemaal klopt, of als je
een ander beeld of woord kunt vinden dat beter past, probeer dat dan te gebruiken.
“Het is net alsof…”, en luister weer naar je lichaam. Als de fysieke gewaarwording
verandert, is dat prima; probeer dan woorden te vinden die dáárbij passen.
Vervolgens stel je die gewaarwording of dat gevoel enkele vragen. Stel vragen met
een vriendelijke en nieuwsgierige houding en sta open voor wat het gevoel je vertelt.
Soms krijg je duidelijke antwoorden, soms is het vager of zelfs stil. Wees geduldig en
neem bij elke stap de tijd die je nodig hebt. Stel eerst de vraag: "Wat is het hoofdthema van dit gevoel?" Wacht en kijk of je lichaam je antwoorden geeft. "Wat is het belangrijkste aan dit gevoel?" Probeer niet te snel te antwoorden met je gedachten, maar laat je lichaam het antwoord zoeken. Vraag dan: "Wat is er aan de hand?" Zie de emotie als een verlegen kind dat in een stoel zit. Het heeft zorgvuldige aanmoediging nodig om te spreken. Stel je voor dat je het kind benadert, gaat zitten en voorzichtig vraagt: "Wat is er?"; Wacht af hoe je
lichaam reageert. Vraag dan: "Wat is het ergste aan dit gevoel?"; Geef het tijd. "Wat maakt dit gevoel zo naar?" Laat het lichaam reageren.
Heb je eenmaal een idee van de essentie van het gevoel, vraag jezelf dan af: "Wat
heb ik nodig als ik me zo voel?"; Kijk of er woorden komen. "Wat heeft dit gevoel
nodig?" Probeer woorden te geven aan wat je nodig hebt. Als je een idee krijgt van wat je nodig zou kunnen hebben, probeer dan aan je lichaam te vragen of het klopt. Misschien heb je troost nodig. Kracht. Zelfrespect. Veiligheid. Of misschien is het een complexere behoefte, zoals het kunnen omgaan met een moeilijke situatie, op zoek gaan naar een lang verloren vriend of iets anders.
We naderen het einde van de oefening. Breng nu de komende minuut door zoals je zelf wilt of nodig acht. Misschien wil je het gevoel bedanken. En jezelf, omdat je er
aandacht en tijd aan gegeven hebt. Sommige mensen vinden het fijn om te stretchen
en ontspannen. Het kan ook prettig zijn om aan het gevoel te laten weten dat je weer
terugkomt. Wanneer je er klaar voor bent, keer je terug naar de kamer en het heden.'
Oefening 2: Stoelenwerk - toegepast op klimaatgerelateerde gevoelens
Het klimaatprobleem kan heftige gevoelens van ongeloof en onrecht oproepen. Het
raakt immers je overtuiging over hoe de wereld eruit zou moeten zien (zoals: 'in een wereld
als deze wil ik niet leven'), en dat roept existentiële vragen op: wat betekent het om
hier op aarde te zijn? Dit kan samengaan met veel lichamelijke onrust en bezorgdheid.
De volgende opdracht kan helpen om het onrecht in woorden uit te drukken, en
daarbij oog te hebben voor emoties en behoeften. Je werkt met twee stoelen. Op de
ene stoel zit de cliënt, en daar tegenover zit degene die de gevoelens van ongeloof
en onrecht oproept.
Cliënt begint op eigen stoel. De therapeut vraagt:
Waarover ervaar je ongeloof / onrecht?
Wat is er het meest pijnlijk aan? Wat staat hier voor jou, voor de ander en voor de wereld op het spel?
Welke gouden regel is overtreden… wat is er in jou ten diepste geraakt?
Wat maakt dat het jou raakt? Waar komt jouw overtuiging vandaan? Waar en wanneer heb je dit geleerd en ontwikkeld?
Wat heb je nodig van die ander?
De cliënt wisselt van stoel. De therapeut vraagt:
Hoe wil je reageren als je dit allemaal hoort?
Wat wil je nog meer tegen [naam cliënt] zeggen?
Stoelwissel naar cliënt. De therapeut vraagt:
Wat ervaar je, wat voel je als je hoort dat [deels herhalen boodschap van andere stoel]? Wat doet nu vooral pijn?
Is er nog iets wat je zou willen zeggen?
Stoelwisselingen kun je blijven herhalen (bij wijze van onderhandeling) tot er een
soort ontspanning ontstaat.
Bovenstaande oefening kun je ook uitvoeren als schrijfopdracht. Daarbij kan de
dialoog plaatsvinden tussen de cliënt en de ander(en), of met de planeet.
De achtergrond van deze oefeningen (stoelenwerk) komt uit de emotiegerichte therapie
(en is later ook toegepast in schematherapie, waarmee meer behandelaren in
Nederland bekend zijn).
Meer informatie?
Bovenstaande oefeningen zijn ontleend aan het gedachtegoed van de emotiegerichte
therapie. Die gaat ervan uit dat iedereen emotionele behoeften heeft, zoals zorg,
waardering, acceptatie, veiligheid, nabijheid, jezelf kunnen beschermen. Wanneer er
niet aan die emotionele behoeften wordt voldaan, kunnen emoties je blijven
beïnvloeden. Met als gevolg dat je op andere manieren probeert om te gaan met je
emoties: je gaat bijvoorbeeld piekeren, te veel eten, extreem veel sporten, of je trekt
je terug.
Je kunt meer lezen over emotiegerichte therapie op deze website: https://emotioncompass.org
Meer informatie over focussen is te vinden via de website: www.focusing.org
Een behulpzaam werkboek is: De kracht van focussen – luisteren naar je lijf kan je leven veranderen – een praktische gids, van auteur A. Weiser Cornell.
De vergissing van Descartes. Antonio R. Damasio (1994).
Comments